ondernemers

Gemeente Oisterwijk moet tonnen terugbetalen na verloren rechtszaak


Minder afval kost geld, veel geld, zo blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad en de daaropvolgende raadsinformatiebrief van het college (burgemeester en wethouders) aan de gemeenteraad.

In de jaren 2015 en 2016 werd minder afval opgehaald dan begroot (Foto: Gemeente Oisterwijk).

Gemeente Oisterwijk had samen met buurgemeenten (Vereniging van Contractanten – VVC) een contract met afvalverwerkingsbedrijf Attero voor het verwerken van afval. In dat contract werd over de jaren 2015 en 2016 afgesproken dat het bedrijf voor de gemeente een bepaalde hoeveelheid restafval zou verwerken, tegen een vooraf afgesproken prijs. Attero moest daarvoor zorgen voor voldoende capaciteit; Gemeente Oisterwijk moest de rekening betalen.

Minder
Over deze jaren hebben de gemeenten samen minder afval aangeleverd. De gemeente is er toen vanuit gegaan dat zij ook minder zouden hoeven te betalen. Het bedrijf heeft echter een naheffing gestuurd, zoals afgesproken in het contract.

Na meerdere rechtszaken en bezwaarprocedures, waar om beurten de gemeenten en ook Attero gelijk kregen, heeft de Hooge Raad nu definitief besloten dat Attero inderdaad recht heeft op de door hen berekende naheffing. Ook de proceskosten komen voor rekening van de gemeenten.

Bedrag
In de raadinformatiebrief staat geen hoogte vermeld van het betreffende bedrag. Ook in de begroting kon onze redactie het bedrag niet terugvinden. Uit eerdere berichtgeving kan wel worden afgeleid dat het totaal om meerdere miljoenen gaat, waarvan Gemeente Oisterwijk een aantal tonnen zou moeten betalen.

De uitspraak en bijbehorende informatie is volgens het college van Oisterwijk deels geheim; wel laat een woordvoerder weten: ‘Er worden geen uitspraken gedaan over bedragen per individuele gemeenten. Het klopt dat de Brabantse gewesten en gemeenten een boete moeten betalen. De VVC is teleurgesteld dat de uitspraak van de Hoge Raad betekent dat we alsnog de naheffing moeten betalen. We hadden uiteraard gehoopt dat de uitspraak van de vernietigingsprocedure zou worden gehandhaafd. De Hoge Raad heeft helaas anders geoordeeld. De naheffing bedraagt iets minder dan 15 miljoen euro voor alle gewesten. Hierbij komt nog de wettelijke rente en de proceskosten. De gemeenten hebben rekening gehouden met het feit dat de naheffing alsnog betaald moest worden. Hoe dit verwerkt wordt in de begroting van de komende jaren is aan de afzonderlijke gemeenten.’