Care Inn

Gemeente Oisterwijk wil parkeernormen aanpassen


In 2016 is de huidige Nota Parkeernormen vastgesteld in Oisterwijk. Sindsdien zijn er in autogebruik en autobezit veranderingen geweest en ook heeft het college een andere visie op mobiliteit binnen de gemeente. Vooral door het focussen op inzetten van andere vormen van mobiliteit, zoals meer fietsen en de inzet van deelmobiliteit. Maar er ligt ook een stevige woningbouwgave voor de gemeente. ‘Dat maakt dat we de parkeernormen opnieuw hebben bekeken,’ aldus het college.

In Moergestel is er discussie over of het een stoep is of parkeerstrook; en daarmee al of niet voldoende parkeerruimte om meer huizen te mogen bouwen  (Bron: Google Maps)

De norm is nodig om bij nieuwbouwprojecten te bepalen hoeveel parkeerplaatsen er gerealiseerd dienen te worden. Voor de norm gebruikt de gemeente landelijke cijfers als basis, maar stelt die naar eigen inzicht en situatie bij. Er wordt rekening gehouden met typen woning, mate van verwacht autobezit, bezoek en de mogelijkheden in de omgeving. In het centrum is de norm bijvoorbeeld lager dan daarbuiten.

Met name die laatste zone, het centrum met een lagere norm (dus minder parkeerplek per woning), is aangepast. ‘Het centrumgebied in Oisterwijk is uitgebreid met de hoek Ambachtstraat/Gasstraat en de locatie van het oude zwembad (hoek Baerdijk-Vloeiweg). De noordzijde van het KVL terrein (tussen Laan van KVL en Nijverheidsstraat) is toegevoegd aan ‘ Schil Centrum’, net zoals het gebied tussen Gasthuisstraat en Ketelhuis, de Hoek Moergestelseweg – Van Kemenadelaan en het gebied tussen Spoorlaan, Secretaris van de Hoevelstraat en Voorste Stroom. In de kern Haaren hebben we een centrumzone aangewezen, rondom de daar aanwezige voorzieningen (supermarkten en wijkcentrum). De centrum zone in de kern Moergestel blijft hetzelfde.

Met de nieuwe beleidsregels kan de gemeente ook kijken naar voorzieningen als openbaar vervoer, fietsvoorzieningen of bijvoorbeeld een deelauto. Met deze aanvullingen, de uitbreiding van het centrumgebied en de verhoging van de maximale parkeer druk (van 75% naar 85%), kunnen woningen gerealiseerd worden met een lagere norm, en daarmee op die plekken dus ook minder verplichte parkeervoorzieningen.

Dit alles is cijfermatig en zegt uiteraard weinig over hoe de parkeerdruk en beleving van inwoners in de praktijk uitvalt. Zo zou de inrichting van KVL bijvoorbeeld voldoen aan de (oude) norm, maar werden inwoners daar geconfronteerd met veel geparkeerde auto’s van bedrijven en centrumbezoekers. Ook bij projecten als de Kartonnagefabriek en De Leye, en bij een bouwproject in Moergestel, stuit het tot nu toe gehanteerde parkeerbeleid op door inwoners en ondernemers verwachte problemen en daarmee bezwaren.