ondernemers

Column Roland Smulders: Zoiets doen gewone mensen niet


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Schrijver en columnist Roland Smulders (Foto: Iris de Groot)

 

Sommige ideeën zijn zo baanbrekend dat ik even tijd moet nemen het concept rustig tot mij door te laten dringen. En dat nog wel in mij eigen woonplaats Oisterwijk. Pal voor de huisdeur, zal ik maar zeggen. In mijn beleving de laatste plek waar je moet gaan zoeken naar baanbrekende ontwikkelingen. Je kunt mij een soort ervaringsdeskundige noemen, want ik heb er onlangs uren doorgebracht in afwachting van een klusjesman die mij zou helpen weer binnen te komen. Maar daarover straks. Nu even terug naar het idee van de gemeente Oisterwijk.

Als ik het allemaal goed heb begrepen, komen er – eerst één en later meer – houders aan palen en andere obstakels om geleegde statiegeldflesjes in achter te laten. Armlastige Oisterwijkers kunnen die dan vervolgens weer ophalen om ze in te leveren en met het geld weer een dag levensonderhoud te financieren. Hulp die geheel buiten het zicht blijft van de sociale dienst. Een soort cryptobijstand. Naast de flessenautomaat in de winkel staat een medewerker erop toe te zien dat de vruchten van het nieuwe systeem niet worden geplukt door dorpelingen die er geen recht op hebben. Na een snelle blik op mijn schoenen mag ik de flesjes aanbieden. Zo armoedig gaat iemand niet rondlopen als het vermeden kan worden.

Er komt een aparte vraag voor op het inkomstenformulier van de gemeente en elke bijstandsgerechtigde zal ijverig ontkennen ooit zo diep te zijn gezonken dat er statiegeldflesjes moesten worden ingezameld. Zoiets doen gewone mensen niet. Hoogstens de sterrenkinderen die Meneer de Uil wel weer zullen volgen in zijn overtuiging dat de wereld wordt geregeerd door reptielen. Iets te vaak naar de serie ‘V’ gekeken waarschijnlijk. Het komt nog zover dat ik bij het naderen van de flessenautomaat eerst even mijn tong moet uitsteken. Geen wantrouwen, maar gewone Hollandse voorzichtigheid. Reptielen moeten zelf maar aan de kost zien te komen. In een gemeente waar alles aan lantaarnpalen wordt gehangen – eerst vuilniszakken en nu weer flesjeshouders – kun je de gekste dingen verwachten.

Alles? Nee, dat toch ook weer niet. Wat niet bij de prijs is inbegrepen, is een sociale service voor stumpers zoals ik, die even niet opletten als de huissleutels uit de zak vallen. De reddende engelen die zouden kunnen toesnellen met het benodigde gereedschap, zijn vermoedelijk te druk bezig met het ophangen van flessenhouders en het jagen op reptielen. Uren later pas wordt er ergens in Nederland iemand gevonden die wel tijd heeft mijn deur te komen openen. Inmiddels ben ik dan al serieus aan het overwegen het ook aan mij toekomende ‘STAP budget’ in te gaan zetten voor het volgen van een cursus inbreken. De gepeperde rekening zal later volgen, belooft de vriendelijke man. Ik twijfel er geen moment aan. Zijn tong oogt in elk geval normaal.

Het is deze keer echt een volslagen krankzinnige column geworden, zie ik bij het nalezen. Helemaal in overeenstemming met de huidige tijdgeest. De belangstelling begon wat af te nemen, maar hiermee moet het mogelijk zijn de nodige opgestoken duimpjes te oogsten. Misschien dat er zelfs iemand de moeite neemt uitgebreid te vertellen over de vormen die flesjes rovende reptielen allemaal nog meer kunnen aannemen. Ik zal het voor kennisgeving aannemen en er verder niet op reageren. De geschiedenis schijnt zich te herhalen. Ooit komt ook de normaliteit van vroeger terug.

 

Roland Smulders