De rechters van de Raad van State hadden Gemeente Oisterwijk in hun tussenuitspraak nog wat tijd gegund om tot herstel te komen, maar deze tijd is verstreken. Gemeente Oisterwijk stelt extra tijd nodig te hebben om tot duidelijkheid te komen over berekeningen, geluidsnormen en afstanden tussen een beoogde woning en bestaande industrie.
In een eerdere uitspraak waarin de rechter de mogelijkheden tot mantelzorgwoningen op een industrieterrein reeds had ingetrokken, gaf deze over de eventuele bouw van een woning aan de Sprendlingenstraat nog wat respijt aan de gemeente. Die heeft gepoogd met het aanpassen van geluidsnormen de bouw alsnog toe te staan. Echter zijn er bij die aanpassingen mogelijk verkeerde afstanden gehanteerd tussen woning en bedrijf, waardoor er opnieuw onderzoek moet komen. Het voorgenomen raadsbesluit is daarop uitgesteld.
De gevolgen zijn daarmee zo blijkt nu verstrekkender dan wanneer men eerder een besluit had genomen. Omdat de raad geen gehoor heeft gegeven aan een tussenuitspraak is het geheel terug bij ‘af’. Omdat ondertussen de Omgevingswet van toepassing is moet het plan volgen een door ons geraadpleegde jurist opnieuw van vooraf worden ingediend en behandeld. Daarbij komt dat ook andere omwonenden zich ondertussen in het proces hebben gemengd, en tegen de verhoogde normeringen bezwaar hebben gemaakt.
Al met al is in dit proces overduidelijk geworden dat bouwen van woningen dicht bij bestaande industrie niet eenvoudig, of mogelijk helemaal niet kan. Dit ter bescherming van de toekomstige bewoners, en uiteraard de bescherming van de bedrijfsvoering van de aldaar gevestigde ondernemers.
Nog onbekend is wat dit alles voor gevolgen heeft voor andere reeds gebouwde of nog te bouwen woningen, onder andere die van KVL en nabijgelegen percelen. De gemeente heeft nog geen concreet plan deze spagaat tussen industrie en bewoners op te lossen.
De kosten, zowel ambtelijk als de gerechtelijke kosten, komen voor rekening van de gemeente.
