Carnaval en corso zijn veel meer dan kleurrijke optochten: ze blijken een belangrijke rol te spelen in het versterken van sociale samenhang binnen lokale gemeenschappen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Stijn van Helmondt, research masterstudent aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn studie laat zien dat mensen die actief deelnemen aan de voorbereidingen van deze evenementen zich sterker verbonden voelen met hun dorps- of stadgenoten dan mensen die niet meebouwen.

Voor het onderzoek werd gebruikgemaakt van de nieuwe dataset ‘Carnaval, Corso & Cohesie 2025’, waarin meer dan 4.000 respondenten uit heel Nederland hun ervaringen deelden. Deelnemers vulden vragenlijsten in over hun betrokkenheid bij de voorbereidingen en hun gevoel van verbondenheid met zowel hun deelnemende groep als de bredere gemeenschap.
De resultaten zijn helder: actieve deelnemers ervaren een hogere mate van lokale sociale cohesie. Het effect is het sterkst bij mensen die zowel aan carnaval als corso meewerken, gevolgd door carnavalsbouwers. Ook corsodeelnemers ervaren een positief effect, al is dit in mindere mate. “Het gaat niet alleen om de optocht zelf, maar juist om de maandenlange voorbereidingen in loodsen en tenten,” legt Van Helmondt uit. “Door samen te werken, te overleggen en creatief bezig te zijn, groeit er een gevoel van saamhorigheid dat verder reikt dan alleen de eigen carnavals- of corsogroep.”
Een andere mogelijke verklaring voor de verschillen ligt in de rol van gedeelde emotionele ervaringen. Eerder onderzoek wees al uit dat gezamenlijke, intens beleefde momenten leiden tot sterkere gevoelens van verbondenheid. Carnaval en corso blijken datzelfde mechanisme in gang te zetten: deelnemers voelen zich niet alleen dichter bij hun eigen bouwgroep, maar ook bij de bredere gemeenschap.
Tot slot ziet Van Helmondt een verklaring in de rol van gedeelde emotionele ervaringen: “Wanneer mensen samen intensieve en vaak ook emotioneel beladen momenten doormaken, versterkt dat het gevoel van groepslidmaatschap. Bij carnaval en corso werkt dat mechanisme niet alleen binnen de eigen groep, maar straalt het uit naar de hele gemeenschap.”
De studie onderstreept dus dat carnaval en corso niet slechts feestelijke tradities zijn, maar fundamentele pijlers van gemeenschapszin. Ze fungeren als ankers van sociale infrastructuur en brengen mensen samen die elkaar anders nauwelijks zouden ontmoeten. “Corso en carnaval laten zien hoe lokale tradities bijdragen aan vertrouwen, vriendschappen creëren en een bijdragen aan het ontwikkelen van een gedeelde identiteit. In een tijd waarin individualisering steeds meer de norm lijkt, zijn dit waardevolle tegenhangers.”, aldus Van Helmondt.
De bevindingen hebben ook een beleidsmatige dimensie. Het ondersteunen van corso’s en carnavalsverenigingen is niet alleen cultuurpolitiek relevant, maar ook sociaal beleid. Gemeenten kunnen bijdragen door bijvoorbeeld geschikte bouwlocaties beschikbaar te stellen of samenwerking tussen generaties binnen bouwgroepen te stimuleren.
Corso en carnaval zijn dus veel meer dan alleen een leuke hobby of tijdelijk vertier. Ze vormen een sociaal bindmiddel dat mensen verbindt die elkaar anders niet of nauwelijks zouden ontmoeten. Door samen te bouwen, bouwen mensen ook aan vertrouwen, vriendschappen en een gedeelde identiteit.
In een tijd waarin individualisering steeds meer de norm lijkt, laten deze evenementen zien hoe collectieve rituelen en lokale tradities ons blijven verbinden. Carnaval en corso zijn daarmee niet slechts feestdagen, maar cruciale momenten van sociale investering in een samenleving die verbinding hard nodig heeft.