donderdag 28 augustus 2025

Zangeres Marie-Cécile Moerdijk voelt zich prima thuis op Park Stanislaus


Een leven vol muziek en héél veel meer!

Park Stanislaus is het eenentwintigste (!) woonadres waar de 96-jarige zangeres, schrijfster en dichteres Marie-Cécile Moerdijk in december 2024 haar intrek nam. Maar de op 29 mei 1929 in het Zeeuwse Zuiddorpe geboren Marie-Cécile voelt zich hier fijn, voorzien van de fysieke zorg die ze nodig heeft. Haar geest en geheugen zijn nog scherp, alleen haar benen willen niet meer. Ze is al ’n aantal jaren afhankelijk van een elektrische rolstoel, maar ze manoeuvreert er behendig mee door haar appartement en het grote huis.

door Martien Oerlemans

Welbesteed en muzikaal leven
Marie-Cecile Moerdijk groeide op in Zeeuws-Vlaanderen en werd tweetalig opgevoed: thuis was de voertaal Frans (daar haar moeder uit het Zuid-Vlaamse Ronse afkomstig was) en op school werd Nederlands gesproken. Het gezin Moerdijk was zeer muzikaal en zelf zei ze hierover in 1970 in de Leeuwarder Courant: “Ik kon eerder noten lezen dan letters. Thuis was het muziek vanuit de wieg.”

Een nog jonge Marie-Cécile aan het prille begin van haar carrière.

Ze volgde muzieklessen in Nederland, Oostenrijk en Venezuela. Ze had een bereik van meer dan vier octaven, waarmee ze vele stijlen muziek zong. Ze had een groot talent voor klassieke muziek, maar heeft zich later vooral toegelegd op het vertolken van zowel Nederlandse als internationale volksmuziek. Daarnaast werkte ze onder meer als docent op het conservatorium en voor radio en tv. Zo maakte ze o.a. ’n tijdje deel uit van het panel in ‘Zo Vader, Zo Zoon’. Ook bracht ze meerdere boeken uit. Haar laatste boek met verhalen, ‘Kloffers en stekskes’, verscheen nog niet zo geleden.

Huwelijken
In 1955 trouwde Marie-Cécile met haar eerste man. Dit was een kort huwelijk waaruit geen kinderen zijn voortgekomen. In 1963 trouwde zij met haar tweede man, een Russische doctor in de Letteren. Tijdens dit huwelijk heeft Marie-Cécile vele landen bezocht: er waren jaren waarin zij zich hoogstens drie maanden van het jaar in Nederland bevond. Met haar tweede man kreeg zij één kind, een dochter geboren in 1962. Hij overleed in 1966. In 1975 trad zij voor de derde maal in het huwelijk, hij was een topspecialist communicatie bij Philips. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen voortgekomen. Deze man overleed in 1978. Terugkijkend op haar huwelijken zegt ze: “Ik ben met drie mannen in totaal maar tien jaar getrouwd geweest.”

Te veel om op te noemen
Wanneer je je verdiept in het verleden van Marie-Cécile en haar bezigheden beziet, dan ontkom je er niet aan vast te stellen dat 24 uren in een dag voor haar bij lange na niet genoeg moeten zijn geweest! Kijk eens naar het volgende: in 1960 was Marie-Cécile’s stem voor het eerst op de Nederlandse radio te horen. Zij zong toen twee liederen die voor haar geschreven waren door Isabel Aretz, directrice van het Interamerikaanse Instituut voor Etnomusicologie, die Marie-Cécile uitnodigde in Zuid-Amerika te komen zingen. Het was ook daar dat Marie-Cécile’s liefde voor volksmuziek begon. Ze heeft Indianen bezocht en in de jaren die volgden heeft ze in meer dan 40 landen etnomusicologische studies verricht. Ze verdiepte zich tijdens die reizen in de muziek van Indianen, Lappen, Berbers, West-Indiërs, Oost-Europeanen, en de mystieke volken van het Midden- en Nabije Oosten. Ze gaf les op het conservatorium, bracht vele lp’s uit en schreef zo’n 25 boeken en talloze columns. Ze ontmoette tal van hooggeplaatste en bekende lieden. En wat te denken van de thuistheaters in de door haar bewoonde woonboerderijen in Brabant (o.a. in Leende) waar ze in de loop der jaren bijna 225.000 (!) gasten ontving! Een bezoek aan Wikipedia maakt haar optimaal gevulde leven allemaal nóg indrukwekkender. Te veel om hier op te noemen!

Marie-Cécile tijdens het tv-programma ‘Van Onschatbare Waarde’ in maart 2023.

Onderscheidingen
Voor haar veelzijdige werkzaamheden ontving Marie-Cécile in de loop der jaren ’n aantal bijzondere onderscheidingen. In 1980 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. ’n Jaar later kreeg ze een eremedaille in zilver van de Societé Académique ‘Arts, Sciences, Lettres’ vanwege haar verdiensten voor de verspreiding van de Franse cultuur. Het Lieverdje van Amsterdam kreeg ze in 1987, gevolgd door de Gerrit den Braber Muzeprijs in 2003. In Frankrijk kreeg ze het Chevalier des Arts et des Lettres.

Verrassende kennismaking
Ook al ging ze de wereld rond, ze zegt dat ze altijd een Zeeuwse wil blijven. Wat haar betreft zal ze herinnerd moeten worden als dat meisje uit Zuiddorpe dat ‘de Zeeuwse merrie Cécile’ werd genoemd.

Iemand reageert onder een artikel dat we op internet tegenkwamen met ‘Ik kom superlatieven te kort om Marie-Cécile te omschrijven, zowel qua zang als qua persoonlijkheid. De beste ambassadrice voor het (volks)lied die we de laatste 60 jaren hadden, want hoe vaak draafde ze niet op bij nationale en internationale happenings. Ook beschikt Cécile over de eeuwige jeugd’…

Dat laatste kan ik alleen maar beamen. Vol levenslust en altijd maar praten, praten, praten. Het liefst zou ze de hele dag alleen maar willen zingen en praten, maar het zingen (dus ook optreden wat ze zo graag deed) lukt niet meer. Zo af en toe, als ze nog eens een lied inzet, klinkt haar zangstem nog wel op Park Stanislaus. Ik hoop dat haar nog ’n aantal goede jaren hier in Moergestel gegeven moge zijn. Voor mij persoonlijk is het een groot voorrecht om Marie-Cécile Moerdijk te hebben ontmoet. Een bijzonder mens om hopelijk nog lang van te mogen houden!





Deel dit bericht:

Gerelateerd - Meer >>