In Moerdijk is het plan woningen te vervangen voor industrie; in Oisterwijk moet industrie mogelijk weg voor woningen; althans dat was (of is) het plan…
Na de herbestemming van het voormalige KVL terrein (de voormalige leerfabriek) tot woningen, en plannen om ook aan de noordzijde (KVL Noord/ industrieterrein Kerkhoven) bedrijven te vervangen voor woningbouw, is al vele jaren de vraag waar de bedrijven naartoe kunnen die daar gevestigd zijn. Daaraan vooraf was de vraag verstandig geweest, of die bedrijven weg willen, weg kunnen, en hoe dat aan te pakken. Gemeente Oisterwijk heeft ervoor gekozen geen actieve rol hierin te nemen, en deze transformatie aan eigenaren en projectontwikkelaars over te laten. Die aanpak is deels mislukt, onder andere door faillissement van een projectontwikkelaar, en ook omdat er geen duidelijkheid was over de toekomst van het gehele gebied. Initiatieven werden (en worden) per perceel aangepakt.
Lees verder onder de afbeelding

Huidige situatie
De huidige situatie: een deel van de bedrijven is (of wordt) opgekocht en omgebouwd naar wonen; een deel niet. Het gevolg: Er zijn (of worden) woningen gebouwd (te) dicht bij industrie, waardoor zowel de nieuwe bewoners als de ondernemers ontevreden zijn en zorgen hebben. Wonen (te) dicht bij industrie, is nou eenmaal niet wenselijk; voor beide partijen niet. Wettelijk zou het volgens de gemeente tot nu toe overigens allemaal kloppen. Toch stelt het college: ‘Om zowel ondernemers als omwonenden perspectief en duidelijkheid te bieden, is het noodzakelijk een keuze te maken over de gewenste toekomst van dit deel van Kerkhoven.’
Miljoenenstrop?
Nu er al woningen zijn gebouwd (waarvan de bewoners verwacht hadden dat de industrie weg zou gaan) en er ook bedrijven zijn die hun bedrijfspand hebben opgeknapt (want zij zouden daar kunnen blijven) is er voor beide een ongewenste situatie ontstaan waar de gemeenteraad mogelijk iets aan wil en kan doen. De vraag daarbij is of de bedrijven moeten verhuizen, en wie gaat dat betalen? Volgens het college (burgemeester en wethouders) is er in ieder geval geen sprake van een compensatie voor de nieuwe bewoners, omdat de eerdere visie (industrie verhuizen en ruimte maken voor woningbouw) geen wettelijke basis vormde en de huidige situatie (woningbouw nabij industrie) volgens de gemeente reeds voldoet aan de voorwaarden.
Lees verder onder de afbeelding

Waarom?
In Moerdijk is het plan er al langer, en verwachten ze over tien jaar over te gaan tot realisatie, maar ook die hobbel is nog lang niet genomen. In Oisterwijk werd ook iets dergelijks bedacht (maar dan omgekeerd), en het zal niemand verbazen dat ook dit op deze ‘niet actieve’ manier nog jaren gaat duren. Het idee ‘Pak de industrie op, verhuis het naar een leeg weiland, en zet op de plek die vrijkomt nieuwe woningen neer’ is vooralsnog mislukt. Toch zal er – als je het bewoners en ondernemers vraagt – iets moeten gebeuren.
In Moerdijk moet allereerst een plan worden gemaakt, om het gehele dorp te verhuizen. Zonder zo’n masterplan kan en mag het geheel geen doorgang vinden. Was in Oisterwijk vooraf een totaalplan gemaakt, en alleen besloten tot uitvoering nadat alles ‘in kannen en kruiken’ was geweest, dan had het ook lang geduurd, maar had men wellicht de huidige situatie kunnen voorkomen. De grote vraag blijft: waarom industrie verhuizen? Want veel eenvoudiger was geweest de (hoogst)nodige woningbouw op het voor industrie bedoelde lege weiland te realiseren.
Onjuist
Voor komende raadsvergadering heeft het college (Burgemeester en wethouders) informatie aan de raad gestuurd. ‘Dit betreft het gedeelte van de transformatiezone waar op basis van het omgevingsplan (van rechtswege) bedrijvigheid tot en met milieucategorie 4.1 is toegestaan.’ In het bijbehorende overzicht van bedrijven, vermeld het college echter een lagere categorie van 3.2. Binnen de categorie 3.2 mogen bedrijven minder werkzaamheden uitvoeren dan binnen 4.1. Ook de vermelde omschrijving van de bedrijfsactiviteiten zou afwijken van hetgeen de ondernemers hebben opgegeven. Deze aanpassing is volgens de ondernemers onjuist en misleidend.
De nu al vele jaren durende onzekerheid, het zonder overleg verlagen van de industrienorm (categorie 4.1 naar 3.2), onjuiste beschrijving van werkzaamheden, en zo nog meer verschillen tussen gemeentelijke documenten en de praktijk, noemen ondernemers zelfs ‘wegpesten’.
Afwijkingen
Volgens het college komt al deze informatie inderdaad niet van de bedrijven, maar is deze in opdracht van de gemeente door de omgevingsdienst (OMWB) vastgesteld. Volgens de gemeente betreft de toetsing van de omgevingsdienst de hoofdactiviteit, en zouden afwijkingen kunnen vallen onder nevenactiviteiten. De gemeente bevestigt dat deze informatie inderdaad niet aan de ondernemers is voorgelegd. In het overzicht staat niet vermeld dat deze informatie afkomstig is van de omgevingsdienst, en ook niet dat de vermelde waarden afwijken van vergunningen en bestemmingsplan.

Kan dit zomaar?
Uit de hier bedoelde gegevens kan worden opgemaakt dat de gemeente het gebied wil transformeren van een zware naar een lichtere industrie, waardoor een overgangsgebied zou kunnen ontstaan tussen wonen en industrie. Die aanpassing zou een mogelijke oplossing kunnen zijn, ware het niet dat er dan enkele bedrijven in de uitvoering van hun werk belemmerd worden. Uit juridische navraag blijkt dat een gemeente zonder toestemming een bestemmingsplan kan aanpassen. Daarbij komt in deze situatie de wetenschap dat de gedupeerde bedrijven daaropvolgend bezwaar maken, en zo nodig een schadeclaim indienen. Het kost niet alleen enorm veel tijd voordat er op deze manier woningen worden gebouwd, maar het geeft ook veel stress bij de betrokkenen en langdurig terugkerende kosten voor bijvoorbeeld juridisch advies, en beperkingen in bedrijfsontwikkeling vanwege de onduidelijke toekomst. En dat beeld past dan weer totaal niet bij de mooie woorden van wethouder Anne Cristien Spekle, recent nog, gericht op het realiseren van een prettig ondernemersklimaat.

Kosten
Linksom of rechtsom zijn er in deze situatie partijen die kosten moeten maken, of schade ondervinden. Dat gebeurt nu al via bezwaren en (gewonnen) rechtszaken vanwege voorgenomen bestemmingsplanwijzigingen en bouwvergunningen in de omgeving, die door de gevestigde bedrijven moeten worden bestreden, om latere problemen te voorkomen. Mocht de raad alsnog willen dat de industrie daar verhuist, of dat de toegestane werkzaamheden in zwaarte worden afgebouwd, dan kan dat kan met name bij bedrijfsmatige belemmeringen of bijvoorbeeld verhuizing van net opgeknapte panden ook flink in de papieren lopen. Mocht de raad niet besluiten de industrie te verhuizen, dan zijn er mogelijk bewoners die volgens hen misleid zijn en hun schade claimen, of aan de gemeente een verzoek tot handhaving richting vanwege ervaren overlast van de daar reeds vele jaren gevestigde bedrijven. Die bedrijven moeten zich dan weer verdedigen, voor iets wat ze al vele jaren met de juiste vergunningen uitvoeren…
Politiek
De bewoners en ondernemers willen duidelijkheid. De Oisterwijkse gemeenteraad wil die duidelijkheid ook bieden, zover is duidelijk. De manier waarop geeft vooralsnog geen duidelijk beeld. Zo laat D66 weten dat nieuwe bedrijventerreinen niet nodig zijn, en voor de situatie op KVL Noord/ Kerkhoven ‘bedrijven en inwoners samen hun plek moeten vinden. Dat vraagt om duidelijke afspraken. Over verkeersveiligheid, venstertijden voor zwaar verkeer, beperking van overlast, en heldere, handhaafbare geluidsnormen.’ Partij Gemeente Belangen stelt over deze locatie: ‘Geen woningbouw’ maar maakt zich wel zorgen over de zware industrie nabij wonen, en wil alternatieven ‘die zowel bewoners als bedrijven wél duidelijkheid geven. Want dat is hard nodig.’ VVD was eerder al tegen het plan, omdat destijds ‘onvoldoende rekening werd gehouden met verkeersveiligheid en met de belangen van bewoners en van reeds gevestigde bedrijven.’
Het onderwerp komt komende donderdag 11 december in de gemeenteraad aan bod. Of er dan ook al duidelijkheid komt, is nog niet bekend.








