Op verzoek van de gemeenteraadsleden heeft wethouder Anne Cristien Spekle contact gehad met de eigenaar van vakantiepark De Lork, en een bezoek gebracht aan het park. Er waren zorgen dat de eigenaar zonder vergunning aanpassingen ging doen die niet gewenst zouden zijn. Het park is recent van eigenaar gewisseld, en de nieuwe eigenaar heeft plannen om de indeling van het park aan te passen en er andere chalets te plaatsen.
De wethouder laat in een schrijven aan de gemeenteraad weten ‘dat zowel de gemeente als de provincie geen rol en bevoegdheden heeft bij privaatrechtelijke afspraken tussen huurders en de nieuwe eigenaar van Chaletpark De Lork.’ Zover als de eigenaar de huur aan huidige huurders wil beëindigen is dat een zaak tussen huurders en verhuurder. Meestal gaat het om een huurovereenkomst met een jaarlijkse verlenging, die dus ook jaarlijks kan worden opgezegd. Voor recreatiewoningen of de plek voor het plaatsen van een stacaravan bijvoorbeeld is geen woonbescherming zoals dat bij woonhuizen het geval is.
Volgens de gemeente is de nieuwe eigenaar voornemens om het park te herstructureren, ‘waarbij de ondergrond wordt verkocht en het park vervolgens wordt verkaveld. Aanleiding van de beoogde herstructurering is dat sommige chalets in slechte staat c.q. verouderd zijn en op te korte onderlinge afstand staan, gelet op brandveiligheid. Daarom is beoogd om het park te verdunnen (afname van circa 95 naar 85-80 plaatsen) en ter plaatse nieuwe chalets te plaatsen. Aan de hand hiervan en middels een eenduidige groene inrichting van de percelen, wil de initiatiefnemer een kwaliteitsslag op het park behalen, het park aantrekkelijker maken voor een bredere doelgroep en de chalets aanbieden voor toeristische verhuur en op die manier inkomsten genereren.’
De eigenaar moet hierbij uiteraard binnen de kaders van het Omgevingsplan blijven om alles vergunningsvrij te realiseren. ‘Er wordt momenteel onder meer aan de hand van een controle van de modelwoning gecontroleerd of de voorgenomen herontwikkeling inderdaad volledig passend is binnen het Omgevingsplan en vergunningsvrij is. Als de plannen inderdaad volledig passend zijn binnen het geldende Omgevingsplan en geen sprake is van een vergunningplicht (dus vergunningsvrij) hebben we als gemeente geen enkele bevoegdheid en/of mogelijkheid om hierin bij te sturen. Verder is tevens door ons gecontroleerd of een exploitatievergunning nodig is. Dit blijkt niet nodig te zijn voor enkel het exploiteren van een recreatiepark.’
Daarnaast moet de eigenaar voorafgaande aan eventuele werkzaamheden laten berekenen of de aanpassing geen noemenswaardige stikstofdepositie tot gevolg heeft op aangrenzende Natura-2000 gebieden. Volgens de gemeente heeft de eigenaar te kennen gegeven dat deze binnen de huidige groenstructuren blijft, en ‘er verder in principe geen bomen worden gekapt en geen verdere wijziging voorwat betreft indeling, verharding, etc. aan de orde zullen zijn. Hiertoe is onder meer reeds een quickscan flora en fauna uitgevoerd die door ons zal worden beoordeeld. Wanneer zich ter plaatse activiteiten gaan voordoen, zal door de gemeente een toetsing aan het Omgevingsplan plaatsvinden en zal worden gekeken of werkzaamheden worden uitgevoerd waarvoor een vergunningplicht geldt. Door de initiatiefnemer wordt hiertoe een memo aangeleverd van de beoogde werkzaamheden en planning.’
Vooralsnog blijkt uit dit alles geen beperking om het park te herstructureren en te voorzien van nieuwe chalets.
