dinsdag 21 oktober 2025

Maand van de Geschiedenis: The Big Five van Oisterwijk (deel 3)


In de serie ‘The Big Five van Oisterwijk’ neemt historicus Ad van den Oord u mee naar de tijden van vijf (Five) belangrijke natuurbeschermers; mensen uit het rijke Oisterwijkse verleden die een grote (Big) rol hebben vervuld in behoud van de natuur in onze omgeving.

Pieter van Tienhoven en Jac. P. Thijsse

November 1935 – de onthulling van de Van Tienhoven bank.

In de Big Five van Oisterwijkse natuurbeschermers mag het duo Pieter van Tienhoven (1875-1953) en Jac. P. Thijsse (1865-1945) niet ontbreken, ook al hebben beiden dan nooit in Oisterwijk gewoond. Maar ze waren wel het gezicht van de vereniging Natuurmonumenten, die in 1912 voorkomen heeft dat de Oisterwijkse vennen ten behoeve van villabouw werden volgestort met zand en dat alle bomen werden gekapt. Van Tienhoven was binnen Natuurmonumenten de grote organisator. Als zoon van een Amsterdams burgemeester, als jurist en assuradeur en als echtgenoot van Cornelia Marggraff, een telg uit een Vughtse grootgrondbezitters-familie, bleek Van Tienhoven de juiste man te zijn om op een gewiekste en strategische manier te onderhandelen met de particuliere eigenaren van de Oisterwijkse bossen en vennen. Dat onderhandelen met grootgrondbezitters ging hem overigens beter af dan zijn huwelijk, dat al na zes jaar strandde. Zijn vrouw had met succes de rechter het huwelijk laten ontbinden omdat haar echtgenoot gedurende dat huwelijk ‘vleeschelijke gemeenschap heeft gehad met een andere vrouw en zich dus aan overspel heeft schuldig gemaakt’. Pieter hield van dames en snelle auto’s. Maar Van Tienhoven slaagde er in die zelfde jaren wel in om namens Natuurmonumenten de belangrijkste Oisterwijkse bossen en vennen te kopen en zo te redden van de slopershamer. Zijn vader had in 1904 al de Kampina-heide aangekocht en voorkwam daarmee dat de Heidemij de hele Kampina kon laten ontginnen tot landbouwgronden. In de jaren dertig van de vorige eeuw had het waterschap het onzalige plan om het riviertje de Beerze ten zuiden van de Kampina te kanaliseren ten behoeve van de boeren. Van Tienhoven wist opnieuw met al zijn onderhandelingskracht dit onheil te voorkomen. In 1924 verkocht hij het familiebezit Kampina aan Natuurmonumenten. Pieter van Tienhoven kreeg van het Oisterwijkse gemeentebestuur alle lof toegezwaaid voor zijn redding van de Oisterwijkse natuur. In 1927 werd tussen Groot en Klein Speijk een straat naar hem vernoemd. Op zijn zestigste verjaardag werd Van Tienhoven in november 1935 door het gemeentebestuur verrast met een naar hem genoemde monumentale rustbank aan het Van Esscheven. ‘Vogelen Piet’, zijn bijnaam vanwege zijn inzet voor de vogels, had kenbaar gemaakt dat hij graag na zijn overlijden en crematie zijn as uitgestrooid zou willen zien op een met heide bedekte stuifzandheuvel op de Kampina, uitkijkend op een ven. Na zijn overlijden verscheen op de Kampina een monument voor Van Tienhoven bestaande uit natuursteen met inscriptie.

Jac. P. Thijsse op 5 juli 1936 bij de opening van het Natuurtheater.

Maar de landelijke popularisering van de Oisterwijkse bossen en vennen kwam niet van bestuurder Van Tienhoven, maar van de bevlogen onderwijzer en natuurliefhebber Jac. P. Thijsse. Thijsse was op zijn beurt dan weer geen groot bestuurder. Hij was niet de man die de richting aangaf, en hij liet op bestuursvergaderingen van Natuurmonumenten nogal eens verstek gaan. Evenmin zag hij zichzelf als natuuractivist: ‘Ik houd niet van agiteeren en van adressen en petities keer ik mij doorgaans af, omdat ze mij meestal onbescheiden, betweterig of komiek voorkomen’. Maar Thijsse wist door zijn artikelen wel de Oisterwijkse natuur bij een groot publiek populair te maken en hij bracht een mentaliteitsverandering op gang in het denken over de natuur. Hij wist zijn lezers te raken met zijn poëtische beschrijvingen van de Oisterwijkse natuur. Soms voegde hij er een stukje retoriek aan toe, zoals bij de aankoop van de vennen: ‘Als we een bus plaatsen aan het station Oisterwijk en iedereen die daar uitstapt, om in de bosschen te gaan wandelen, deed er twee kwartjes in, dan waren we al lang klaar, ja dan konden we nog wel een vennetje extra er bij koopen. Dergelijke redeneringen zou ik nog meer kunnen maken, b.v. als honderd menschen het voorbeeld volgden van H.M. Koningin Emma, die f 250,- zond, dan waren we er ook wel’. Thijsse had het grote publiek al in 1907 uitgenodigd de Oisterwijkse bossen en vennen te bezoeken, zoals hij zelf ook nog talloze malen zou doen: ‘Ge wordt geïnviteerd te Oisterwijk te komen. Dit is een prachtige invitatie, want het is een der lieflijkste en origineelste plekjes van Nederland – droomend zult ge den wind horen ruischen door de dennen en de meertjes, die kabbelen aan uw voet, kunt ge elders niet vinden – Gij zult in de blijde stilte vroolijk worden, als ge neerslachtig waart. En de meerminnen en waternymphen hooren graag vroolijke stemmen aan de oevers hunner woningen en de fiere leliën laten zich graag bewonderen. Komt dus te Oisterwijk! Spoorlijn Tilburg-Boxtel.’ Maar de man die Oisterwijk met deze poëzie bekend en geliefd maakte in heel Nederland heeft hier nog altijd geen straat of monument.

Een leuk weetje: In het water, aan de voet van de Van Tienhoven bank, ligt het middelpunt van onze gemeente.

De Maand van de Geschiedenis

In de gemeente Oisterwijk werken een aantal organisaties en vrijwilligers de gehele maand oktober mee aan de Maand van de Geschiedenis. Op Oisterwijknieuws.nl/geschiedenis treft u een overzicht van alle activiteiten en een keur aan historische informatie en video’s.





Deel dit bericht:

Gerelateerd - Meer >>