De gemeente Oisterwijk pronkt graag met inwonersparticipatie als hét wondermiddel voor bestuurlijke vernieuwing. In het bestuursakkoord “Gezamenlijk perspectief over grenzen heen” prijkt het woord ‘participatie’ in gouden letters. Maar hoe werkt dat in de praktijk als je er twee wijkregisseurs op loslaat?
Door gastauteur Jaap Budding
Pilot zonder kompas
In juni 2022 werd een motie aangenomen: er komen wijkregisseurs die de dorpen ‘tot in de haarvaten’ moeten kennen, een luisterend oor bieden en snel resultaten boeken. Begin 2023 startten twee pioniers deze pilot, en in 2025 mocht het feest nog even door van de Raad.
• Financiering: geregeld door de raad, maar daarna: zoek het zelf maar uit.
• Doelen en kaders: Waren er niet. De wijkregisseurs kregen geen flauw idee wat er concreet van hen werd verwacht.
Evaluatie om in te lijsten
In maart 2025 kreeg een interim-manager de opdracht de boel te beoordelen. Zijn rapport? Een warm bad vol wollig jargon en vage ‘denkrichtingen’.
• Bronnen: vooral gesprekken met eigen ambtenaren zelf, een gevalletje van de slager die z’n eigen vlees keurt dus
• Feitenrapportage: nul. Geen overzicht van wát er werd opgepakt, laat staan waarom.
• Prioriteiten: lijken niet te bestaan – de regisseurs deden maar wat.

Wat zegt het College voorgekauwd door diezelfde ambtenaren?
Volgens de interne kenners, die zelfde ambtenaren dus, was het eerste jaar “zeer succesvol” – dankzij ‘slimme communicatie’ en ‘vertrouwen’. Hoe dat gemeten is? Onbekend!
• Wijkregisseurs brachten knelpunten in bij het gemeentehuis, maar daar deed niemand iets mee.
• Met een eigen budget realiseerden ze “enkele praktische zaken” (lees: bankjes en bloembakken).
En ja hoor, de regisseurs vinden inwonersparticipatie belangrijk, maar besteedden er vervolgens nauwelijks tijd aan, omdat de gemeenteraad daar niet om vroeg. Uitgekiende tijdbesteding, zullen we maar zeggen.
Het rapport (de mening van de ambtenaren dus) in bullet points
1. Kennen van de wijk: ja, sommige wijken kennen ze nu, maar nog lang niet allemaal.
2. Vindbaarheid en aanspreekbaarheid: top, maar wat heb je daaraan als de ambtenaren wegkijken?
3. Inzetten voor participatieprojecten: níet gedaan – dat is ‘niet hun taak volgens de wijkregisseurs’.
4. Buurtnetwerk versterken: ambitieuze woorden in het bestuursakkoord, maar geen echte opdracht voor de regisseurs.
Aanbevelingen met de bril van de ambtenaar
• Regisseurs een structurele rol geven, liefst met vage ambtelijke kaders.
• Eigen werkbudget behouden, want anders zakken de bloembakken in.
• Betere sturing en duidelijke taakafbakening (oftewel: meer papierwerk).
Mijn slotconclusie
Eerder schreef ik over de ‘dorpenportefeuilles’ van de Collegeleden — ook zo’n bestuurlijke vondst die vooral goed klinkt in beleidsstukken. Nu ik dit rapport over de wijkregisseurs lees, bekruipt me sterk het vermoeden dat we eigenlijk naar dezelfde soep in een ander bord zitten te kijken. Beide initiatieven lijken namelijk hetzelfde doel na te jagen: ‘verbinden met de dorpen en wijken’. Alleen heten ze anders, hebben ze elk hun eigen verantwoordelijken, en mogen ze allebei lekker doormodderen zonder echte meetbare resultaten. Vernieuwing? Nee hoor, dit is klassieke bestuurlijke copy-paste met een sausje van verspilling.
Het rapport is één pot ambtelijke abacadabra: het bulkt van tegenstrijdigheden en doelredeneringen. Het enige doel lijkt het verlengen van de pilot – en dus het blijven verbrassen van gemeentegeld. De tijd dringt voor de gemeenteraad om hier een punt achter te zetten en dit bestuurlijke circus in te korten. Want echte vernieuwing komt niet van twee ongeleide projectielen (wijkregisseurs), maar van heldere opdrachten, transparantie en échte resultaten.