In het bestuursakkoord 2021-2026 van de gemeente Oisterwijk is bestuurlijke vernieuwing een belangrijk thema. Een concrete maatregel is dat elk collegelid, naast de eigen taken, een specifiek dorp of wijk onder zijn of haar hoede heeft. Zo is er per kern – Haaren, Heukelom, Moergestel en Oisterwijk – een vaste contactpersoon binnen het college. Deze zogenoemde dorpenportefeuille moet ervoor zorgen dat het college beter aansluit bij wat er leeft in de dorpen en dat de eigenheid van elk dorp behouden blijft.
Door gastauteur Jaap Budding
Met deze aanpak wil het college meer direct contact met inwoners en sneller inspelen op wat er speelt in de kernen. Het idee is dat elk dorpenwethouder een aanspreekpunt is voor vragen, zorgen en ideeën uit ‘zijn’ of ‘haar’ dorp.
Daarnaast benadrukt het bestuursakkoord het belang van wijkgericht werken en het benutten van de kracht van inwoners. Dit betekent dat de gemeente niet alleen samenwerkt met dorps- en wijkraden, maar ook met betrokken bewoners die zelf initiatieven nemen. Het doel: minder bureaucratie en snellere, eenvoudigere procedures, zodat de gemeente slagvaardiger kan optreden.
Wat gebeurt er in de praktijk?

Het college heeft de dorpenportefeuilles dus duidelijk ingericht. Elk collegelid is verantwoordelijk voor een specifieke kern. Maar als we kijken naar concrete voorbeelden van wat er daadwerkelijk is gedaan binnen die portefeuilles, dan is het beeld minder duidelijk.
De gemeente Oisterwijk geeft aan dat het in de communicatie niet wordt vermeld of een activiteit door een wethouder wordt uitgevoerd als dorpenwethouder of als projectwethouder. Als een projectwethouder niet beschikbaar is, wordt gekeken of de dorpenwethouder kan bijspringen.
Bij burgemeester Hans Janssen zijn de dorpsactiviteiten het duidelijkst zichtbaar. Zo was hij aanwezig bij evenementen zoals de jaarlijkse Open Gildedag, de carnavalsontvangst bij Café Mie Pieters en de nieuwjaarsreceptie, die ook daar werd gehouden. Ook nam hij deel aan de boomplantdag in 2023 om de biodiversiteit te verbeteren, en woonde hij vergaderingen van de buurtraad bij.
De activiteiten van de drie wethouders vallen vaak samen met hun rol als projectwethouder. Zo noemt wethouder Logister zijn inzet voor woningbouw in Moergestel-Noord en de vernieuwing van het sportpark. Wethouder Spekle verwijst naar haar werk aan het bestemmingsplan voor het Beekdalpark. Wethouder Dankers noemt zijn betrokkenheid bij het ontwikkelkader ‘Hart voor Haaren’ en bij het nieuwe gemeenschapshuis Den Domp. Deze activiteiten hadden waarschijnlijk ook plaatsgevonden als er geen dorpenportefeuilles waren geweest.
Daarnaast zijn er tal van sociale en representatieve activiteiten: het bijwonen van carnavalsvieringen, gildefeesten, jubilea van verenigingen, Mantelzorgdagen, NL Doet, sportevenementen, buurtactiviteiten, exposities, boekpresentaties en meer. Een mooi voorbeeld is de uitleg die wethouder Dankers gaf aan basisschoolleerlingen in Haaren over hoe de gemeente werkt.
Ook is er veel contact geweest met dorpsraden, buurtraden en dorpsplatforms. Deze overleggen zijn belangrijk om signalen op te vangen en inwoners bij besluitvorming te betrekken.
Conclusie
De leden van het college doen oprecht hun best om dichter bij de inwoners van de dorpen te staan. Daarmee vergroten ze het draagvlak voor gemeentelijke besluiten en dragen ze bij aan het behoud van de eigen identiteit van de dorpen.
Toch is het de vraag of deze betrokkenheid echt voortkomt uit de dorpenportefeuilles. Veel van de genoemde activiteiten zouden waarschijnlijk ook zonder deze structuur hebben plaatsgevonden. In het bestuursakkoord werden de dorpenportefeuilles met veel tam-tam gepresenteerd als onderdeel van een broodnodige bestuurlijke vernieuwing. Die verwachting maken ze maar deels waar.
Kortom: de dorpenportefeuilles zijn nuttig, maar vormen geen echte vernieuwing. De lokale politiek zal richting de verkiezingen van 2026 moeten nadenken over nieuwe manieren om het bestuur dichter bij de inwoners te brengen.