ondernemers

Column Roland Smulders: Herkenbaarheid


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Roland Smulders (Foto: Iris de Groot).

 

Na alle ellende van grensoverschrijdend televisieland, rellende boeren en partijen in relatietherapie ben ik dringend toe aan verandering van horizon. De waanzin krijgt binnenkort ongetwijfeld een vervolg, maar elke dag wil ik er ook weer niet mee bezig zijn. Dat ik niet de enige ben die er zo over denkt, blijkt uit een bericht dat ik op Internet voorzij zie komen. Hoogbejaarde Wim heeft met een schil van 63 centimeter de langste. Natuurlijk, was mijn eerste gedachte. Wat moet je er op die leeftijd ook anders mee doen. Geen leedvermaak, maar een gevoel van ons kent ons. We moeten allemaal ooit piepers jassen.

Mart Smeets schijnt een tijd geleden geschiedenis te hebben geschreven door zijn verontschuldigingen aan te bieden voor zijn botte houding tijdens een gesprek met meesterinterviewer Coen Verbraak. Fijn om het alsnog te weten. Eigenlijk moet ik het programma eens bekijken via de app van ‘NPO Start’, maar het ontbreekt me net aan genoeg moed en interesse. Waar zijn de leuke weetjes over bijvoorbeeld heren met zweetvoeten die opvallend goed blijken op de yogamat? Waar is Diederik Stapel? Het land heeft hem nodig.

De samensmelting van mijn woonplaats Oisterwijk met boze buurman Tilburg is weer een stapje verder gekomen. De gemeenteraden gaan een visie voor het landelijke gebied vaststellen en de hele boel vervolgens volplanten met huizen en andere noodzakelijke voorzieningen, zoals een mooi station voor de inwoners van Udenhout. Daarna zullen de beleidsmakers eens achter de oren krabben en concluderen dat het wel zo handig is er meteen maar één gemeente van te maken aangezien de boel toch aan elkaar zit. Na ruim zevenhonderd jaar word ik dan Tilburger zoals mijn verre voorouders en Oisterwijk wordt weer de oostelijke wijk van iets groters.

Om de gebeurtenis vast te leggen, zal door een meisje met de naam Maria een fonkelnieuwe lindeboom worden geplant bij het geografische middelpunt van de nieuwe gemeente. Op die manier kan later niemand zeggen dat we het niet over een Marialinde mogen hebben. Er moet nog besloten worden of de boom een nazaat moet zijn van de Tilburgse linde, of van die van ons. Misschien laten we Maria wel twee bomen planten en wachten we geduldig op het wonder van de genetische samensmelting.

Tilburg zal tegen die tijd ook de laatste kerk hebben afgebroken, maar gelukkig hebben ware gelovigen in Oisterwijk daar het laatste bastion weten te behouden. Een draagbare Maria hebben we ook, dus kost het relatief weinig moeite om een jaarlijkse processie naar de linde van verbondenheid te organiseren. Geen half werk als het om belangrijke zaken gaat. Nu er verder toch weinig nieuws te melden valt, kunnen we de tijd mooi gebruiken ons alvast mentaal voor te bereiden op het onvermijdelijke. Een vraag die nog beantwoord moet worden, is of dorpskern Haaren toestemming krijgt een naambordje met een pijl aan de boom te bevestigen. Als de boom er verder geen last van heeft, stel ik voor er niet moeilijk over te doen.

Aan het verdwijnen van de vrije ruimte zal ik wel moeten wennen. Het is een leeeftijdsding. Hoe ouder ik word, hoe meer ik ga hechten aan herkenbaarheid. Misschien kunnen de gemeenteraden van Oisterwijk en Tilburg er rekening mee houden door te kiezen voor de trage weg van de geleidelijkheid. Ik geloof zo ook wel dat het eindresultaat prachtig wordt en een station heeft Oisterwijk al.

 

Roland Smulders