ondernemers

Column Roland Smulders: Kamelen


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Roland Smulders (Foto: Iris de Groot).

 

Mijn woonplaats Oisterwijk staat een beetje op de achterste benen vanwege kamelen. Dat is althans wat ik weet te maken van het stukje nieuws dat ik zonder abonnement mag lezen. Natuurmonumenten is het beu lijdzaam toe te kijken terwijl anderen geld verdienen aan haar bossen en vennen. Wie bijvoorbeeld kameeltochten wil organiseren door de Loonse en Drunense Duinen en door de Oisterwijkse bossen, moet er in het vervolg gewoon netjes voor betalen. Als het allemaal doorgaat natuurlijk. In Oisterwijk weet je dat nooit zeker. De tegenstelling tussen voor- en tegenstanders van het plan is er in elk geval niet minder scherp door.

Mijn gedachten gaan meteen naar de coaches die voor veel geld naïeve landgenoten leren met bomen te knuffelen om zichzelf terug te vinden. Zij moeten de cliënten nu uit gaan leggen dat het toch al prijzige arrangement er niet goedkoper op is geworden door de graaimanoeuvre van Natuurmonumenten. Samen zullen ze het erover eens zijn dat we tegenwoordig toch wel in een treurige wereld leven. Je blauw betalen en dan ook nog het gevaar lopen overreden te worden door een paar kamelen. Waar is de tijd gebleven dat je in de bossen ongestoord van het gezelschap van je soulboom kon genieten?

Zelf vind ik het al eng als ik tijdens mijn spaarzame momenten van duurzaam bewustzijn opzij moet springen voor een stoet paarden. Die dieren zijn behoorlijk groot als je ze van dichtbij ziet. En voor een kameel moet je er nog het stuk van de bulten bij optellen. Ik heb op zichzelf niks tegen georganiseerde ritjes rond de vennen, maar ik pleit wel voor het invoeren van een maximumhoogte van de vervoermiddelen.

Natuurmonumenten is ook op andere plaatsen in Nederland bezig haar kapitaal te verzilveren. Wielrennen op de Posbank schijnt ook al niet meer zomaar te mogen. Je zou kunnen zeggen dat we op dit punt in rap tempo onze onschuld aan het verliezen zijn. Voor niks gaat alleen nog de zon op en zelfs dat duurt misschien niet lang meer.

Het duiveltje op mijn linkerschouder fluistert in mijn oor dat Natuurmonumenten straks ook wel een soort tol zal gaan vragen van Oisterwijkers die naar het door de gemeente voor veel geld opgeknapte natuurzwembad willen fietsen. Ze denken toch niet dat ze ongestoord gratis en voor niks door kunnen gaan met het platwalsen van arme kevertjes? Zonder storende dagjesmensen levert een tochtje per kameel ook mooiere plaatjes op. Wat zich weer vertaalt in de mogelijkheid er een hogere vergoeding voor te vragen. Zover is het inmiddels dus gekomen. Vroeger dacht ik bij het horen van de naam Natuurmonumenten aan konijnen en paddenstoelen, nu alleen nog aan het geluid van klinkende munten en beleidsmedewerkers die broeden op de volgende loer die ze ons kunnen draaien.

Het is maar goed dat Natuurmonumenten geen zeggenschap heeft over de verbindingswegen die door het bosgebied lopen. Dat hoop ik tenminste, anders ziet het er somber uit. Niet dat de organisatie iedereen straks genadeloos de pin op de neus zet in de vorm van een slagboom en een kaartjesautomaat bij de grens van haar koninkrijk. Omrijden via Den Bosch kan ook, dus niemand heeft recht van spreken. En of de passanten tijdens het doorkruisen van het natuurgebied op de snelheid willen letten om de kamelen niet aan het schrikken willen maken. Het is vijf voor twaalf. De tijd van halfslachtige maatregelen is voorbij.

 

Roland Smulders