uitgelicht

Geen gedwongen vertrek op Oisterwijkse markt door Europese aanbestedingen


Recent presenteerde Rutger Castricum in zijn programma De Hofbar een probleem voor marktkooplieden. Hij ging op bezoek in Utrecht, alwaar marktkooplieden na vele jaren hun plek zouden moeten afstaan aan collega’s die meer bieden voor een plek. Volgens Castricum veelal handelaren uit landen met lagere lonen.

In Utrecht hanteren ze Europese regels voor openbare aanbesteding, waarbij iedere verkoper middels een bieding een plek kan innemen. Het is een methode die bijvoorbeeld ook veel gebruikt wordt bij kermissen (ook in Oisterwijk), waarbij de verkoper aan bepaalde basis eisen moet voldoen, en vervolgens de hoogste bieder de vergunning krijgt die plek in te nemen en te exploiteren. Het gevolg van een dergelijke regeling is, dat na het einde van de looptijd, de verkoper zijn plek kwijt kan raken. Dit puur op geld en niet op ervaringen, kwaliteit of toegevoegde waarde voor de markt en de marktbezoekers.

Oisterwijk

De markt in Oisterwijk (Foto: Joris van der Pijll).

Uit navraag bij Gemeente Oisterwijk blijkt dat de gunning in Oisterwijk anders gaat. ‘Vanwege de Europese regels is de Marktverordening gemeente Oisterwijk eind 2020 aangepast. Toen is vastgesteld dat een vaste standplaatsvergunning voor maximaal 10 jaar geldt. Alle bestaande vaste standplaatshouders hebben in 2020 een vergunning gekregen voor bepaalde tijd, namelijk 10 jaar,’zo laat een woordvoerder van het college (burgemeester en wethouders) ons weten.

Voor nieuwe plekken, na vertrek of na de tien jaar, werkt Gemeente Oisterwijk niet met selectie op de hoogste bieder, maar met een puntensysteem: ‘Ondernemers kunnen solliciteren op een standplaats. De marktcommissie kent punten toe of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt, de uitstraling van de uitstalling, het marktverleden van de gegadigde en of bij de gegadigde sprake is van duurzaam ondernemen. Degene met de meeste punten komt in aanmerking voor de vaste standplaats op de weekmarkt.’

Wat volgens gemeente Utrecht niet kan; kan in Oisterwijk zo blijkt wel…