uitgelicht

Column Roland Smulders: Wankelen


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Roland Smulders (Foto: Iris de Groot).

 

Storm Ciarán heeft ook in en rond mijn woonplaats Oisterwijk sporen nagelaten. Er ligt heel veel hout op de weg in de straat waar ik woon. Niet het soort hout dat in staat is auto’s in schroot te veranderen, maar wel vervelend. Ik betrap mezelf erop dat ik al stiekem begin te mopperen op een gemeente die al dat zwerfhout best wel een keer mag komen opruimen. Vermoedelijk is het de leeftijd, want vroeger maakte ik me niet druk over zulke dingen. Toen stapte ik er ook gemakkelijker overheen natuurlijk. Dat feit zal wel meewegen.

In mijn achtertuintje hangt een toch al afgestorven, tot een beetje boom uitgegroeide struik op halfelf. Ik zal hem een keer tot hapklare brokken moeten verwerken, maar met die hand van mij gaat dat nu even niet lukken. Misschien dat ik het beleid van Natuurmonumenten omarm en dat ding laat hangen voor vogels en insecten. Een soort experiment om te kijken hoelang het duurt tot ik alleen nog een schoffel nodig heb om de resten met de tuin te vermengen.

In 2020 werden we overvallen door storm Ciara. Het noodweer vormde de aanloop tot de ellende met corona. Of Ciarán ook zoiets in petto heeft, moeten we afwachten. Het kan immers altijd nog een graadje erger.

Even was er blijdschap over een gemeente die luidkeels riep dat het in 2025 echt afgelopen zou zijn met de tijdelijke opvanglocatie voor vluchtelingen. Tegen die tijd zou het asielzoekerscentrum zijn opgeknapt en werd het leven voor alle inwoners weer leuk. Lang duurde het echter niet tot er toch weer berichten over een mogelijk uitstel naar buiten kwamen. Een asielzoekerscentrum opknappen gaat niet op stel en sprong. De omwonenden van de tijdelijke locatie zullen vermoedelijk nog enkele jaren langer geduld moeten oefenen. En ze kunnen uiteraard altijd hopen op de megastorm die het probleem voor hen komt oplossen. Vermoedelijk gaat dat sneller dan vertrouwen op de officiële weg.

Net buiten de grens van Oisterwijk heeft een opgevallen boom vier auto’s tegelijk te grazen genomen. Verschrikkelijk vind ik het, maar aan de andere kant ook wel weer erg knap. Het zal wel iets zeggen over mijn duistere karakter. We zullen als Oisterwijkers de gebeurtenis koesteren. Zoals we het ook nog af en toe hebben over de windhoos die eens verwoestend over Oisterwijk veegde. Destijds lagen er heel veel bomen op apegapen. Inwoners met een kettingzaag en een open haard kregen bij wijze van hoge uitzondering vrij spel. Een tijdelijke opvanglocatie voor vluchtelingen had toen zeker geen schijn van kans gemaakt.

Nog minder dan drie weken tot de verkiezingen die alles zullen veranderen. Alles behalve de tijdelijke opvanglocatie voor vogels en insecten die in mijn achtertuintje tegen de muur hangt. Afgaande op wat ik er in Oisterwijk van merk, boeit het weinig mensen. Ik probeer de zendeling uit te hangen, maar krijg vaak te horen dat mijn gesprekspartners helemaal niet van plan zijn om te gaan stemmen. Het is een rotzooi en verkiezingen zullen echt niet het verschil gaan maken. We staan op het punt uitgeleverd te worden aan standpunten waarbij je vroeger nog niet dood gevonden wilde worden. In een land waar niet alleen de bomen wankelen, kun je maar beter heel snel alle hoop laten varen, zo kan ik de stemming het beste samenvatten.

 

Roland Smulders