uitgelicht

Column Roland Smulders: Huis zonder dak


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Roland Smulders (Foto: Iris de Groot).

 

Binnenkort komen de bouwvakmensen bij mij langs voor het nemen van isolerende maatregelen. Dakplaten, rondom extra isolerend glas, schilderen van de kozijnen. Wat dat laatste bijdraagt aan energiebesparing is me een raadsel, maar ik laat me graag beleren door mensen die ervoor hebben doorgeleerd.

Of ik wel even akkoord wil gaan mate de voorgenomen werkzaamheden, staat in de brief die op de deurmat lag. Per woonblok moet zeventig procent van de bewoners mee willen doen, anders gaat het feest niet door. Geloven doe ik er weinig van. Het zou wel erg mooi zijn als ik mezelf op die manier een hoop gedoe kon besparen. De contracten met de betrokken bedrijven zijn natuurlijk allang getekend, de benodigde materialen besteld. Je kunt niet bij een fabriek aankomen met de mededeling dat ze over twee dagen even voor een hele wijk kozijnen en dakplaten moeten brengen. Zelfs ik weet dat het zo niet werkt.

Voor mijn woning ligt alles al klaar. Werk ik niet van harte mee, dan komt er wel even iemand langs om mij met veel mooie woorden op andere gedachten te brengen. Nee, dat de hele zolder in gebruik is als opslagplaats, hoeft echt geen probleem te zijn. En dat ik zelf niet in staat ben tot het heen en weer schuiven met al dat spul evenmin. Er komt wel even iemand voor langs. Het meeste gebeurt sowieso via de buitenkant. Wil ik dan nu wel even een krabbeltje zetten op het formulier en dat in gescande vorm terugsturen? Heel fijn. Mocht ik het niet willen, dan kan het natuurlijk zomaar gebeuren dat zeventig procent van de andere bewoners wel meewerken. In dat geval hang ik toch nog. Bij wijze van spreken dan. De dreiging dat ik de beloofde hulp in dat geval wel op mijn buik kan schrijven, hangt onuitgesproken zwaar in de lucht.

Het zal er wel op uitdraaien dat ik me neerleg bij het onvermijdelijke. Zoals ik dat altijd doe. Eerst schreeuw ik mijn verontwaardiging van alle daken, maar dan kies ik toch maar eieren voor mijn geld. Omdat ik niet degene wil zijn die het voor de andere bewoners heeft bedorven. En ook omdat ik geen trek heb in bezoekers die op mijn gemoed komen werken.

Van een van de bouwvakmensen heb ik begrepen dat de werkzaamheden ergens na nieuwjaar moeten starten. Er zal wel een zekere kwade wil in het spel zijn, anders gooi je een huis niet uitgerekend in de winter open. De extra kosten die daarmee verbonden zijn, haal ik er zelfs met de beste isolatie nooit meer uit. Minister Rob Jetten kan zeggen dat Nederland lekker op koers ligt, maar ik mag elke maand zien dat ik het termijnbedrag voor de energie ergens vandaan kan halen.

Waarom ik ineens zoveel heb verstookt, wil de leverancier weten, als ik weer eens de meterstanden heb doorgegeven. Kon ik het niet laten uren onder een warme douche te gaan staan, of blijf ik ook op warmere dagen voluit doorstoken. Een huis zonder dak, zal ik dan uitleggen. Zonder ramen ook trouwens. Als je iets doet, moet je het goed aanpakken. Midden in een strenge winter. Rob Jetten wilde graag dat Nederland er warm bij zou zitten. Er moesten isolerende maatregelen worden getroffen en ik wilde niet de schlemiel zijn die door de rest van het woonblok werd gepiepeld.

 

Roland Smulders