themake

Column Roland Smulders: Een bepaald type mens


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Schrijver en columnist Roland Smulders (Foto: Iris de Groot)

 

Het nieuws in mijn woonplaats Oisterwijk komt tegenwoordig niet verder dan rommelmarkten, kunst en oproepen goede doelen te steunen. Dat laatste is natuurlijk heel belangrijk, maar met de deadline van mijn wekelijkse column over Oisterwijk in zicht kom ik er niet verder mee. Tenzij blijkt dat de rommelmarkten vol blijken te liggen met na de wedstrijd tegen Qatar afgedankte Onelove-speldjes natuurlijk. We waren heel even solidair met de dappere bestuurders van de voetbalbond, maar toen het niet meer hoefde, wilden we dat ding zo snel mogelijk uit ons leven verbannen. Niet dat het later nog eens gevonden wordt op zolder en we moeten gaan uitleggen hoe gewaagd we ooit bezig waren.

Op het moment dat ik deze column zit te schrijven, moet de beslissende wedstrijd nog gespeeld worden. Voor het gemak neem ik maar even aan dat Qatar een horde is die Oranje zelfs in de huidige toestand moet kunnen nemen. De bestuurders van de voetbalbond schijnen dat in elk geval ook te denken, want anders hadden ze niet de moeite genomen een speldje en een ticket te kopen om daarginds die emir te gaan zitten stangen. ‘Kijk’, zeiden ze trots na het plaatsnemen op de tribune. ‘Een speldje. Van de Jumbo. In ruil voor duizend punten. Om hier te laten zien dat wij in Nederland helemaal van de vrije liefde zijn.’

Dat laatste is overigens niet waar. De kranten stonden het afgelopen jaar vol met berichten over mensen die dezelfde vergissing maakten en die zich nu moeten verstoppen tot de bui is overgedreven. De emir kon nog net de verleiding weerstaan die treurige constatering in de Nederlandse snoetjes te wrijven. Speldjes? Vrije liefde? Zijn land heeft dromedarissen. Waar willen die zielige bestuurders liggen?

Het heeft allemaal niks te maken met Oisterwijk. Ik geef toe, maar wat moet ik anders? Misschien kunnen de aanhangers van de onlangs opgedoekte partij ook speldjes laten maken en daarmee provocerend door Oisterwijk gaan paraderen. Dat zou mij weer een week helpen. En dat ze dan worden achtervolgd door een politiehelikopter, die hier toch toevallig moet zijn om een inbreker op te sporen. Zodat iedereen zich later afvraagt wat er in vredesnaam verkeerd is gegaan in dat dorp waar normaal gesproken helemaal niks valt te beleven. Langzaam maar zeker weet ik er toch wat van te maken.

Of moet ik voor wat leven in de brouwerij een beroep doen op de sterrenkinderen, die na het congres van de uilenpartij helemaal verjongd opduiken met hun eigen speldjes op de borst geprikt? Speldjes met een schild en een zwaardje. Ze hebben geleerd dat ze beter geen uitspraken kunnen doen over reptielen. Zoals de voetbalbestuurders leerden dat ze beter hun mond kunnen houden over arbeidsomstandigheden en mensenrechten. In stramme paradepas rondlopen met een speldje is de grens van wat maatschappelijk door de beugel kan. De rust in Oisterwijk is alleen bedoeld om de elite zand in de ogen te strooien. Dan toch maar liever de kneuterigheid van een partij voor het eigen algemene belang.

Het eerste goede doel van de eindejaarsperiode heb ik trouwens al gehad. Een vrouw en een kind kwamen vragen of ik Sinterklaas wilde helpen een goedheiligman te zijn. Het mocht in de vorm van muntgeld en ik kreeg er geen speldje voor. Het eerste was prettig en dat laatste vond ik geen probleem. Om met zo’n ding te gaan rondlopen, moet je toch een bepaald type mens zijn.

 

Roland Smulders