ondernemers

Column Roland Smulders: Met een gifkanon


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Schrijver en columnist Roland Smulders (Foto: Iris de Groot)

 

In mijn woonplaats Oisterwijk maakt de gemeente werk van het bestrijden van de eikenprocessierups. Niet op een kinderachtige manier door met een pincet en trapje bewapende medewerkers de boom in te sturen, maar big time, met een soort gemeentetank en zich Rambo wanende spuitgasten. ‘Een nest op vier uur’, gillen zij tegen zichzelf en zwenken de vuurmond in de richting van het gevaar. Een knappe rups die kans ziet tegen dat soort geweld stand te houden.

De bestrijding staat in schril contrast met de door de gemeente omarmde zorg voor de biodiversiteit. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. En als dat hakken met de botte bijl gebeurt, is het leed voor andere levensvormen helemaal niet te overzien. Als ik de noodkreten uit de bevolking goed heb begrepen, verandert mijn geboortedorp na het passeren van de giftank heel snel in een Marslandschap waar leven niet langer mogelijk is. Het zal wel wat overdreven zijn om een punt te maken, maar toch geeft het te denken.

Zo ken ik de gemeente helemaal niet, denk ik verbaasd tijdens het bekijken van het stuk wapentuig dat voor het bevechten van de rupsen in de strijd wordt geworpen. Het weghalen van onkruid gebeurt al jaren met een brander en staalborstel, omdat spuiten met verdelgingsmiddel heel slecht voor het milieu is en de gemeente Oisterwijk dat niet op het geweten wil hebben. Hebben de met de uitvoering belaste medewerkers heel nadrukkelijk op het voorhoofd getikt, toen de wethouder van rupsenplagen emmertjes kwam uitdelen voor het milieuvriendelijk inzamelen van de hinderlijke exemplaren? Daar was toch duidelijk sprake van een fundamenteel verschil in opvatting over de te gebruiken methode. Mochten zij de wethouder vragen de praktische zaken over te laten aan mensen die er verstand van hadden?

Of het zich zo echt heeft afgespeeld, weet ik natuurlijk niet. Het kan ook best zijn dat de medewerkers zelf op het idee moesten komen de rupsen te bestrijden. En dat toen iemand op de tractor wees die daar toch maar stond te staan. Zou het niet mogelijk zijn om daarmee de nodige meters te maken?

Mijn kijk op het denkproces in de schedel van de gemiddelde gemeentemedewerker wordt gekleurd door de beelden van een gemeentewerker op een enorme grasmaaier. Ik zie dat ding regelmatig over de stoep voor mijn huis scheuren en ik hoop telkens dat eventueel aanwezige voetgangers zo verstandig zijn op tijd naar de overkant van de straat te vluchten. Van medewerkers die zich zo fanatiek op het werk storten, mag niet verwacht worden dat zij zich ook nog moeten bekommeren om zoiets abstracts als biodiversiteit.

Het inzetten van het grovere materieel heeft niet alleen rampzalige gevolgen voor de rest van de Oisterwijkse fauna en flora. Wat alles pas echt erg maakt, is dat de uitvoerende medewerkers totaal geen oog hebben voor op de fiets passerende toeristen. Het ene moment zijn deze nog aan het genieten van de frisse wind door de haren en het volgende moment worden zij van de ‘Piet Plezier’ gespoten door iemand met een gifkanon. Over enkele jaren blijken al die getroffen toeristen ziek te zijn en dan moet de onroerendezaakbelasting fors omhoog om de schadevergoedingen op te kunnen hoesten.

 

Voorlopig is dit even mijn laatste column hier. Ik neem in juni en juli een rustperiode om de accu weer op te laden. In augustus ben ik er weer.

 

Roland Smulders