ondernemers

Woningnood in Oisterwijk: Verkracht en achtervolgd vraagt om veiligheid en rust


Verkracht en achtervolgd, familieleden vermoord, gevlucht uit de handen van barbaren, leven met traumatische ervaringen in een opvangkamp…

In dit vijfde deel van de serie ‘Woningnood in Oisterwijk’ kijken we naar de schrijnende situatie van vluchtelingen.

door Joris van der Pijll

Om te beginnen is het goed dat we bij vluchtelingen en asielzoekers in relatie tot hun woonbehoefte spreken over vergunninghouders, ook wel statushouders genoemd. Het zijn mensen die zijn gevlucht uit landen waar hun bestaan niet meer veilig was, welke door de Nederlandse overheid zijn opgevangen en waarvan hun status reeds is beoordeeld als rechthebbende op een definitief verblijf in Nederland. Met dat recht, komt meteen ook de noodzaak het AZC te verlaten, en een weg te vinden in de samenleving. Een weg naar sociale contacten, meedoen met activiteiten, werk én wonen. 

Interviews

In voorbereiding naar deze reeks over de woningnood in Oisterwijk, werd ook gesproken met twee gezinnen die verblijven op het AZC in Oisterwijk, om hun situatie goed in beeld te kunnen brengen. Met medewerking van het COA werd een tolk geregeld en was voor de vluchtelingen begeleiding aanwezig. Uit veiligheid en privacy overwegingen zijn hun namen weggelaten.

Taliban

Bij een inval door de Taliban, werd vader bedreigd en moeder verkracht. Vader en moeder vertellen de reden van hun vertrek uit hun geboorteland Afghanistan. Het was er onveilig. Met oma en hun vier kinderen verblijven ze al zes jaar in Nederland, waarvan vier jaar op het AZC in Oisterwijk.

Op het AZC is het onrustig. Veel mensen verblijven dicht op elkaar en er is nauwelijks privacy. Sinds een jaar heeft het gezin een eigen woonruimte op het AZC en gaat het iets beter; daarvoor werd de woonruimte vijf jaar lang gedeeld met anderen. Vooral vanwege de traumatische ervaringen zorgt de onrust voor stress, bijvoorbeeld wanneer er andere bewoners of begeleiding de kamer op komen.

Het langdurige verblijf op het AZC, en de onzekerheid over hun toekomst, heeft voor psychische klachten gezorgd. Een nieuwe woonomgeving en vooral een plek waar ze zelfstandig kunnen wonen zal rust geven. Dan komt er ook weer ruimte voor werk, en het nog beter leren van de Nederlandse taal. Vader wil vrachtwagenchauffeur worden. Moeder gaat voor de kinderen zorgen en als ze tot rust is gekomen ook contacten met de buurt opbouwen. Daarna wil ze misschien kapster of verpleegkundige worden.

Je eigen sleutel, van je eigen huis, geeft veiligheid en rust…

Overleven

Het tweede echtpaar, vader en moeder van vier kinderen, spreekt van ‘overleven’. Hun komst naar Nederland, en nu ook de periode dat ze in afwachting zijn van wat komen gaat is onzeker. Ook dit gezin is getoetst en heeft een verblijfsvergunning gekregen. Ze verblijven in afwachting van een woning op het AZC in Oisterwijk.

Vader heeft in Afghanistan gewerkt voor het Nederlandse leger; hun verblijf daar was na vertrek van het leger niet meer veilig. Ze popelen om hun werk, school en sociale leven weer op te pakken, maar weten nog niet in welke gemeente ze terecht komen.

Beide willen de taal leren, ze zijn nog pas kort in Nederland. Vader wil als lasser aan de slag; moeder gaat het liefste werken in de kinderopvang. Ook willen ze graag de lokale gewoonten leren en accepteren; ze willen zich graag aanpassen aan andere religie en cultuur van hun woonomgeving.

Dankbaar

Het Wolkentheater, om de kinderen op het AZC een beetje vrolijkheid te geven.

Het eerste gezin heeft kort na het interview een woning in Oisterwijk betrokken. Geld hebben ze niet, dus werd het een huurhuis. Het tweede gezin wacht nog. Ook voor hen is een huis kopen geen optie. Bovenal merken ze hun dankbaarheid op. Dankbaar dat we in Nederland ruimte bieden aan mensen die zelf niet voor een woning kunnen zorgen.

Beide gezinnen beseffen dat ze na een wachttijd en verblijf op het AZC, voorrang krijgen op andere woningzoekenden. Ze hebben begrip voor het heersende woningtekort, maar zien geen andere mogelijkheid dan aan de woningbouwcorporatie om een huis te vragen. Ze hebben geen andere keuze dan af te wachten wat de lokale overheid aan hulp biedt, en dat dankbaar te accepteren.

Voorrang

Duidelijk is dat het langdurige verblijf op een AZC, zeker daar waar de traumatische ervaringen wordt meegewogen, niet bevorderlijk is voor het welzijn van ouders en kinderen. Onrust van meerdere mensen bij elkaar, soms ook met incidenten, is in een tijdelijke noodopvang acceptabel, maar het is niet geschikt om een menswaardig leven op te bouwen. Ook is duidelijk dat pas na vertrek uit het AZC, gewerkt kan worden aan een goede integratie. Het wachten op voldoende inschrijfjaren om bij een woningbouwcorporatie in aanmerking te komen voor een woning, is dan ook onhaalbaar.

Uit diverse onderzoeken en bevragingen blijkt dat er inwoners zijn die het moeilijk vinden dat statushouders voorrang krijgen op een sociale huurwoning. Landelijk worden hiertoe regels opgesteld, en minimale aantallen vastgesteld, die de laatste tijd overigens niet haalbaar blijken. De benodigde aantallen woningen voor statushouders worden verdeeld over alle gemeenten. De uitvoering hiervan is aan de woningbouwcorporaties; deze bieden maximaal 15% van hun vrijkomende woningen aan voor WMO en statushouders samen.

Uit de jaarcijfers van Leystromen blijkt dat in het gehele verzorgingsgebied (Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek en Oisterwijk) in 2019 totaal 28 en in 2020 totaal 27 woningen werden toegewezen aan statushouders. Vanwege een inhaalslag bij de vergunningverstrekking door de IND, de toegenomen instroom van vluchtelingen, en daarmee de noodzakelijke uitstroom uit de AZC’s, is de vraag naar woningen voor statushouders toegenomen.

Omdat ook in andere doelgroepen de vraag is toegenomen en wachtlijsten oplopen, heeft dit volgens recent onderzoek een remmende werking op acceptatie en integratie van statushouders door de samenleving.

Meer en snel

Geen van de door ons geïnterviewden heeft aangegeven dat deze statushouders geen woning zouden moeten krijgen. Wel zijn er een aantal die aangeven dat het niet meer haalbaar is om deze doelgroep gebruik te laten maken van het reguliere huuraanbod. Tegelijk merken meerderen op, dat als er snel veel meer sociale huurwoningen gebouwd zouden worden, het minder als probleem wordt ervaren dat een klein deel daarvan met voorrang beschikbaar komt aan statushouders.

Tijdelijk

Ook voor deze doelgroep kunnen tijdelijke woningen de druk enigszins wegnemen. Een gedachte is om voor bijvoorbeeld alleenstaande asielzoekers dezelfde woningen te plaatsen die ook voor jongeren in Oisterwijk een uitkomst bieden. Ook zouden gemeenten leegstaande panden kunnen ombouwen tot woonruimten voor bijvoorbeeld gezinnen, om in de nood te voorzien. In die periode vervalt de voorrangsregeling op een reguliere woning, en kunnen de statushouders net als ieder ander inschrijfjaren opbouwen voor een reguliere sociale huurwoning, of zo mogelijk vanuit hervat werk sparen voor een koophuis.

Klik en lees meer artikelen over woningnood en de totstandkoming van deze artikelreeks.

Meer, snel en desnoods tijdelijk (Foto: MyBase)