Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Schrijver en columnist Roland Smulders (Foto: Iris de Groot)
Het zat er natuurlijk aan te komen. Genootschap Onze Taal heeft het woord ‘wappie’ gekozen als woord van het jaar 2021. Ik meende eerlijk gezegd dat het woord ‘prikspijt’ de winnaar was, maar dat zal wel het winnende woord van de concurrent zijn. Met hitlijsten heb ik dat ook. Inmiddels weet ik door het grote aanbod niet meer wie in december precies bezig is wat uit te zenden. Het op een beetje leuke manier afsluiten van het jaar heeft zich ontwikkeld tot wat je een echte vaderlandse traditie zou kunnen noemen.
Eigenlijk zou er voor dat soort dingen ook een soort digitale keuzehulp moeten komen. Een handige app die streng doch rechtvaardig voor mij beslist dat ik geen enkele verwantschap voel met Genootschap Onze Taal en al helemaal niet met de muziek die wordt aangeprezen door Margriet van der Linden. ‘Dat is allemaal veel te elitair voor jou’, lees ik op het scherm van mijn gehandicapte laptop. ‘Bovendien kom je duidelijk hoorbaar uit Brabant en dan zitten ze bij de televisie alleen op je te wachten als je lekker kunt bakken.’
Dat laatste vind ik dan weer geen leuke opmerking. Zelf ben ik juist heel tevreden over mijn chocoladecake uit een pak waaraan ik alleen water en de juiste warmte moet toevoegen. En ik sta daarin niet alleen. In mijn directe omgeving oogst ik er veel terechte bewondering mee. Het kan natuurlijk altijd beter, maar ik ben iemand die heeft geleerd allereerst het kleine te eren.
Zou het daarmee te maken hebben dat ik dat gezeur over supersnel glasvezel in mijn woonplaats Oisterwijk niet meer kan horen? Waarom mag ik niet gewoon houden wat ik heb? En dan dreigt die exploitant ook nog onuitgenodigd mijn huis binnen te zullen dringen om alvast de aansluiting te realiseren. Lees je mee exploitant? Ik zit niet op die rotzooi van je te wachten. Kom maar terug als ik er niet meer woon. Het is toch te zot voor woorden dat ik iemand binnen moet laten met wie ik helemaal geen zaken wil doen. Een agressief opererend bedrijf dat denkt mij wel even met een stevige benadering omver te kunnen blazen. Ik wil net zomin supersnel glasvezel als dat ik zat te wachten op een slimme meter voor mijn energieverbruik.
Zo dat lucht op. Zelfs een beminnelijk mens heeft een punt waarop niet te vaak en nadrukkelijk gedrukt moet worden. Dan gaat dat beminnelijk mens zoeken naar manieren om al die mooie plannen hopeloos in de modder te laten stranden door gewoon niet mee te werken aan de uitvoering. Als die jongens van Delta oorlog willen, dan kunnen zij het hebben. Of zij mijn huis even overhoop mogen halen om een mooi plekje voor hun glasvezelkabel te zoeken? Nou, dat dacht ik niet. Hopelijk volgen veel Oisterwijkers mijn goede voorbeeld. Laat zo’n clown met zijn gereedschapskist maar buiten staan en deel op de sociale media de buik vol te hebben van deze ‘aansluitdwang’.
Roland Smulders