themake

1800 vluchtelingen opgevangen in Oisterwijk


Oisterwijks historicus Ad van den Oord dook in de historie, en heeft een verhaal geschreven over de opvang van vluchteling, zoals dat een eeuw geleden ging:

Een liberaal zet zich in voor vluchtelingen in Oisterwijk

Sigarenfabrikant Alphonse Hamers (1875-1952) van De Huifkar was een bijzonder man. Hij sprak vijf talen: Frans, Duits, Engels, Zweeds en Russisch. Vanaf 1894 woonde zijn familie in een villa op De Lind, die helaas is afgebroken om er een foeilelijk gemeentekantoor neer te zetten. Het was op advies van de dokter dat de familie Hamers naar Brabant verhuisde, want Alphonses zusje Joanna had zwakke longen en kon daarom het beste in een bosrijke omgeving gaan wonen. Hamers was echter ook een liberaal denkend ondernemer. Hij wilde in Oisterwijk een sigarenfabriek beginnen omdat in het zuiden van ons land een overschot aan arbeidskrachten was en de lonen er laag waren.

Villa De Huifkar in Oisterwijk (Archief Marnix Versteegh)

Hij promootte De Huifkar (en daarmee ook Oisterwijk) op internationale tentoonstellingen, waar hij geregeld in de prijzen viel: Amsterdam (1895), Brussel (1897), Amsterdam (1902), Parijs (1903), Marseille (1903) etc. Hamers werd hofleverancier van de Turkse sultan en van het keizerlijk paleis te Yildis evenals leverancier van de Russische tsaar Nicolaas II. In Oisterwijk manifesteerde hij zich als een liberaal ondernemer. Hij had er geen moeite mee als zijn sigarenmakers op kerkelijke feestdagen gewoon werkten. In het culturele leven onderscheidde hij zich als president van “de Sociëteit”, waartoe vooral de niet-katholieke elite van het dorp behoorde.

Hij maakte deel uit van de VVV en subsidieerde het neutrale en dus niet-katholieke Asterius. Sportief was hij ook, in februari 1901 won hij de hardrijd-schaatswedstrijden op het Staalbergven, georganiseerd door de Oisterwijkse IJsclub. Bekend in het Oisterwijkse economische, culturele en sportieve leven, was het dan ook geen wonder dat Hamers als liberaal kandidaat in 1913 een gooi deed naar het lidmaatschap van de Oisterwijkse gemeenteraad. Hij behaalde 138 stemmen (11,1%), maar het was te weinig voor een zetel. Alle zetels gingen naar mannen afkomstig uit katholieke en in Oisterwijk gewortelde families.

Vluchtelingen
Pas echt bijzonder was zijn rol tijdens de Eerste Wereldoorlog. De liberale fabrikant werd voorzitter/secretaris van een steuncomité voor Belgische vluchtelingen. Op de top in oktober 1914 waren er 1800 vluchtelingen in het dorp (op nog geen 4000 inwoners!), die door Hamers’ comité gastvrij werden opgevangen. Het kantoor van het steuncomité was eerst gevestigd in de kantoren van zijn sigarenfabriek, daarna pas in het raadhuis.

Een krantenknipsel uit die tijd, door Ad opgedoken.

De vluchtelingen werden niet weggestopt in de bossen, maar geplaatst in panden aan De Lind, inclusief hotels, fabrieken en het raadhuis! De meeste vluchtelingen waren ‘onbemiddeld’ en moesten dus door het steuncomité worden onderhouden. Het steuncomité plaatste vluchtelingen zo veel mogelijk bij particulieren. Soms was daar onvoldoende plaats en moest van het gemobiliseerde Nederlandse leger een tent gehuurd worden, een enkele keer zelfs een circustent. Hamers betaalde het leger deels met Huifkar-sigaren.

Ook in zijn eigen fabriek en zijn Orangerie in de villa ving hij vluchtelingen op. Dames van leden van de sociëteit zorgden voor kleding voor de vluchtelingen. Dat leverde blijkbaar zo veel op dat ook vluchtelingen die in Haaren gestationeerd waren in Oisterwijk kleren mochten gaan uitzoeken. Dat kwam deels ook weer door Hamers, hij had veel internationale contacten, waardoor de Rockefeller Foundation en hulporganisaties uit Nova Scotia het Oisterwijkse comité ondersteunden.

Natuurlijk was de liberaal ondernemer Hamers niet enkel een filantroop. Hij liet de vluchtelingen ook werken in zijn fabriek. Aan de Brabantse burgemeesters prees hij ‘zijn’ vluchtelingen aan als ‘uitgezochte, nette vluchtelingen’. De burgemeester van Vessem liet weten dat hij het liefst ‘vrouwvolk’ had en ‘in geen geval havenmannen, die willen de boeren hier niet’. Bij het steuncomité meldden zich ook enkele middenstanders, die wel een goedkope en nette Belgische dienstmeid dachten te kunnen krijgen. De vluchtelingen keerden in november en december merendeels al weer terug naar België of naar grote vluchtelingenkampen in Nederland.

Maar met de aanstaande discussie in de gemeenteraad over verlenging van de termijn van het AZC is deze Oisterwijkse steun aan vluchtelingen, nota bene onder leiding van een liberale kandidaat van de gemeenteraad, toch wel bijzonder.

Ad van den Oord
Oisterwijk